In de jaren '70, toen luchtverwarming opkwam, waren woningen niet of nauwelijks geïsoleerd. Om de transmissieverliezen van woningen af te dekken moesten er flinke kanalen worden aangelegd om de woning te kunnen verwarmen. Kanaalafmetingen van 1 meter bij 30 cm waren geen uitzondering. Bouwkundige aanpassingen waren met deze afmetingen dan ook noodzakelijk. De voordelen van luchtverwarming waren er toen ook al. Zoals het snel opwarmen van de woning en de mooi weggewerkte roosters in plaats van ontsierde radiatoren.